Terug naar alle nieuwsberichten

In gesprek met: Stan Daanen en Edith Prins

In onze rubriek ‘in gesprek met’ gaan leerlingen en/of Luzac-medewerkers met elkaar in gesprek over verschillende thema’s binnen het onderwijs. Deze keer spreekt rector Stan Daanen met organisatorisch medewerker en studiekeuzebegeleider Edith Prins. Zij vertellen over hun loopbaan, hart voor persoonlijke aandacht en rol binnen Luzac Amersfoort. 

Edith: ‘’Jij werkt al 10 jaar bij Luzac Amersfoort. Hoe zou je onze school omschrijven?’’

Stan: ‘’Rustig en klein. Van de buitenkant lijkt het geen klassieke school en bij binnenkomst benoemen ouders ook vaak al snel de kleinschaligheid. Het galmt hier niet tijdens de pauzes. Veel leerlingen die bij ons instromen ervaren de sfeer als veel gemoedelijker dan op hun vorige school. Meestal zijn ze binnen een of twee weken helemaal relaxed. Ze gaan met plezier naar school en komen, in onze kleine klassen met veel ruimte voor persoonlijke aandacht van docenten, ook cognitief goed tot hun recht.’’

Edith: ‘’Eens! Daar wil ik aan toevoegen dat de omgeving heel veilig is, iedereen kan echt zichzelf zijn. Dat merk ik zelf ook. De lijntjes zijn kort en als ik ergens tegenaanloop, kan ik dat meteen met jou delen. Zo had ik twee jaar geleden ook al snel mijn draai gevonden. En al helemaal sinds ik twee functies, organisatorisch medewerker en studiekeuzebegeleider, combineer.’’

Ook medewerkers benutten hun talenten bij Luzac

Stan: ‘’Ja, hoe kijk jij op het afgelopen jaar terug? Jouw loopbaan kent natuurlijk veel afslagen: van pedagoog, energetisch kindertherapeut en vrijwilliger bij een kinderdagcentrum tot projectmanager in het bankwezen. En sinds dat je twee jaar geleden bij Luzac aan boord kwam als organisatorisch medewerker, heb je jouw baan nóg meer eigen gemaakt door vanaf september 2022 ook de rol van studiekeuzebegeleider op je te nemen. Die rol is jou, met jouw rijkdom aan kennis en ervaring, natuurlijk op je lijf geschreven.’’

Edith: ‘’Ja, dat doe ik met veel plezier. Ik wilde altijd al graag organisatorisch en sociaal werk combineren. Ik heb binnen beide vakgebieden veel kennis en ervaring opgedaan, maar één van twee gaf mij op zichzelf niet de voldoening die ik zocht. Ik had het naar mijn zin binnen organisatorische banen, maar ik miste kinderen om mij heen. En binnen sociale functies ontbrak de organisatie weer. Daarom besloot ik veel vrijwilligerswerk te doen waarin ik mijn ‘organisatorische’ ei kwijt kon én veel contact had met kinderen. Die dynamiek komt in mijn huidige rol al helemaal mooi tot zijn recht.’’

‘’Toen ik hier binnenstapte, voelde het eigenlijk meteen al goed. Dat is alleen maar versterkt toen ik ook voor de klas ging staan. Ik vind het superleuk om onderdeel uit maken van het onderwijs en de leerlingen te begeleiden naar hun studiekeuze. Tijdens alle opdrachten die we samen maken en de gesprekken die we voeren, leer ik ze écht kennen. De persoonlijke band die je hier met leerlingen opbouwt, zorgt ervoor dat je extra trots bent als je ze ziet groeien.’’

Betrokkenheid voert de boventoon

Stan: ‘’Persoonlijke aandacht is ook wel wat ons team verbindt. Een team dat heel betrokken is bij ons onderwijs, de leerlingen en elkaar. En het leuke is: onze leerlingen zijn dat zelf óók. We zien leerlingen vol enthousiasme meeloopdagen organiseren, waarbij ze leerlingen onder hun hoede nemen en ervoor zorgen dat ze zich op hun gemak voelen. Als ze dan bij ons beginnen, hebben ze al een connectie gelegd.’’

Edith: ‘’Inderdaad! De landelijke leerlingenraad waar jij de voorzitter van bent is ook een mooi voorbeeld van hoe betrokken de leerlingen zijn.’’

Stan: ‘’Zeker. Leerlingen van Luzac-vestigingen door heel Nederland komen tijdens onze maandelijkse vergaderingen met de leukste ideeën: van gevarieerd eten in kantines tot ICT-functies in het leerlingenportaal. Ze willen oprecht meedenken over wat nog beter kan. De examenleerlingen binnen de raad maken sommige ontwikkelingen zelf niet eens mee. Ze zetten zich dan puur in voor andere leerlingen.’’

Van impact in de klas tot impact binnen de totstandkoming van onderwijs

Edith: ‘’Ik kom hier eigenlijk pas net kijken. Jij werkt daarentegen wél al heel lang in het onderwijs. Had je dat als kind ook al voor ogen?’’

Stan: ‘’Eigenlijk niet. Ik wilde profvoetballer worden, maar dat bleek helaas niet voor me te zijn weggelegd. Ik was, net zoals jij, wel goed in organiseren. Ik vond het leuk om ervoor te zorgen dat zaken goed lopen. Maar in havo 4 wezen klasgenoten mij erop dat ik de geschiedenismaterie zo goed kon uitleggen. ‘’Waarom word je geen leraar?’’, vroegen ze. Maar ik zag mezelf helemaal niet voor zo’n grote groep staan, daar was ik veel te verlegen voor. Toen de eindexamens in zicht kwamen, besloot ik mij toch maar eens te verdiepen. Geschiedenis was immers mijn favoriete vak en op het hbo staat deze interesse centraal binnen een opleiding tot docent. Ik dacht: ik ga wel gewoon die lerarenopleiding doen en zie wel of ik kinderen ook leuk vind.’’

‘’Mijn eerste stageperiode brak al snel aan. Toen ik voor de klas stond, werd ik verrast door de klik die ik met de kinderen had. Gaandeweg is het verhaal ‘Ik vind het vak leuk en ik kijk wel of ik de kinderen ook leuk vind’ gedraaid naar ‘Ik vind de kinderen heel leuk en het interessante vak is mooi meegenomen’. En zo bleef ik een decennium lang docent.’’

Edith: ‘’En toen was je rijp voor een nieuwe uitdaging..’’

Stan: ‘’Ja. Het is heel betekenisvol om de leerlingen persoonlijk richting hun diploma te mogen helpen, maar na tien jaar wilde ik meer betrokken zijn bij de totstandkoming van het onderwijs. Toen de rol van conrector bij ons vrij kwam, hoefde ik niet na te denken. Ik kon een verschil maken binnen de organisatie van ons onderwijs én blijven lesgeven.’’

‘’Ik groeide van conrector door naar rector. Nu ben ik eindverantwoordelijk voor alle facetten binnen ons onderwijs. Een mooie uitdaging waar ik ook wel klaar voor was. Ook ik vind het leuk om organisatorisch en sociaal werk te combineren. Ik sta weliswaar verder van de lespraktijk af en geef slechts nog één klas les, maar ik ken onze leerlingen nog altijd goed.’’

Edith: ‘’Je bent ook wel heel betrokken bij de leerlingen.’’

Stan: ‘’Dat zit ook wel in ons DNA, wat je functie ook is. Ik vind het belangrijk om betrokken te zijn bij de leerlingen en hun ontwikkeling. Toen ik voor de klas stond, wisten leerlingen goed: als ik zeg dat ze hun doelen kunnen bereiken, dan is dat ook zo. Uiteindelijk bereikten ze ook vaak nog meer dan ze voor ogen hadden. Een leerling die op niveau kaderberoeps begon en bij Luzac doorstroomde naar de mavo én havo zei tegen mij: ‘’Er zijn weinig mensen die zo in mij hebben geloofd en dat doe ik nu zelf ook’’. Ik vind het ontzettend mooi om te zien dat leerlingen bij ons niet alleen leren leren, maar ook om in zichzelf te geloven.’’

Edith: ‘’Leerlingen leren van ons en wij ook van hen. Zij inspireren ons om altijd het beste onderwijs neer te zetten. In de leerlingenraad, klas en wandelgangen van de school.’’